Margaretha Dorothea Wigerink was een Nederlands schrijfster, journaliste en vertaalster.
‘Het klinkt misschien plat – maar ik voel me zo verscheurd. Ik wil niet zijn wie ik ben; niet joods, niet rooms, niet Hollands, niet Indisch – alles alleen maar gedeeltelijk.
Margaretha Dorothea Wigerink werd in Arnhem geboren, op 5 november 1920. Toen zij negen jaar was, verhuisde ze met haar ouders – roomse vader, joodse moeder – naar Indië. Het gezin vestigde zich in Bandoeng, ging later naar Semarang en woonde uiteindelijk in Batavia. Haar vader had daar een goedlopende winkel in kantoorartikelen en boeken.
Tijdens de Japanse bezetting, kwam ze terecht in verschillende Jappenkampen. Eerst, in 1942, in Tjideng, waar in 1943 haar dochter Marjan werd geboren. In 1944 werd ze met haar dochter overgeplaatst naar kamp Tangerang en in 1945 naar kamp Adek.
Na de oorlog en de Bersiaptijd ging Margaretha naar Nederland. Hier studeerde ze psychologie, publiceerde columns, verhalen, recensies en terugblikken en had bestuursfuncties in allerlei culturele instellingen.
Ze debuteerde in 1959 met de verhalenbundel Anna en haar vader. In 1962 verscheen haar eerste roman, Onmogelijke mensen. Ze vertaalde daarnaast uit het Engels, Duits, Frans en Russisch en schreef over literatuur en haar reizen.
Van 1960 tot 1979 werkte Ferguson voor Het Vaderland. Ze publiceerde in diverse tijdschriften en schreef onder de naam Fergu cursiefjes in de Haagsche Courant.
In haar werk werd Indië steeds belangrijker. Margaretha Ferguson ging vaak terug.
Ferguson was jarenlang lid van de Raad voor de Kunst en andere literaire instanties, zoals de Jan Campert-Stichting.
Toen zij 72 was, overleed ze onverwachts tijdens een reis in Vietnam, in de nacht van 7 op 8 mei 1992
* Geboren op 5 november 1920 te Arnhem
† Overleden op 7/8 mei 1992 te Vietnam