Arnhems Meisje

Voor het eerst gebakken in 1829

Arnhemse Meisjes zijn ovale hardgebakken koekjes van bladerdeeg bestrooid met suiker.

Overgrootvader Hagdorn werd in 1824 chef-bakker bij Bakkerij van Zalinge op de Grote Oord, een straat in het hart van Arnhem. Hij experimenteerde graag met steeds weer andere vormen en baksels en op zekere dag in 1829 bakte hij een koekje van gerezen gistdeeg, dat de vorm had van een miniatuur schoenzool. Het was een knapperig, enigszins gebold pittig koekje, dat hij rijkelijk met suiker bestrooide. Het Arnhemse Meisje was geboren.

Grootvader Everard nam in 1907 na de dood van bakker van Zalinge het bedrijf aan de Grote Oord, over. In 1934 kwam zijn zoon August in het bedrijf.  In 1972 namen de beide kinderen van August, Albert en Guusta de zaak over.

Inmiddels is de zaak overgenomen door de familie Jurjus die de traditie van de “Arnhemse Meisjes” voortzet.

Over de vorm van het koekje valt nog te vermelden dat de Arnhemse meisjes een goed voorbeeld zijn van het zogenaamde ‘zoolgebak’.

Eeuwenlang bestond in diverse delen van ons land de gewoonte dat een jonge bruidegom aan zijn bruid een paar schoenen schonk tijdens hun huwelijksfeest.

Deze waren bedoeld als symbool om aan te geven dat zij samen de weg naar het Hiernamaals zouden afleggen. Als de bruid stierf, gingen deze schoenen mee in haar graf. Dit gebruik was ook bedoeld om te voorkomen dat de overledene zou terugkeren naar haar oude familiekring.

De schoenen werden op een gegeven ogenblik vervangen door schoenzolen van brood of banket, vandaar de naam zoolgebak.

Op Allerzielen werden in sommige streken broodjes uitgedeeld aan de armen. Er werden speciale broodjes voor gebakken, gevlochten broodjes (krakelingen) en het zogenaamde zoolgebak (Arnhemse meisjes). Dit voor de voetzolen van de doden, die over het doornige pad naar de hemel lopen.

 

De koekjes in de kenmerkende blikjes worden verkocht als souvenir en staan internationaal bekend als ‘Arnhem biscuits’. In Groot-Brittannië staan zij bijvoorbeeld op de menukaart van Hilton als ingrediënt van een rabarber-nagerecht.

Roald Dahlwas na een bezoek aan Arnhem zo onder de indruk van de Arnhemse meisjes dat ze een plek hebben gekregen in het ‘Roald Dahl’s Revolting Recipe cookbook’;

 

Het Arnhemse Meisje is een koekje, een Grand Café aan de markt, maar ook een onderscheiding; de gemeente geeft al sinds 1980 een klein bronzen beeldje met deze naam aan Arnhemmers die zich dienstbaar hebben ingezet voor de samenleving.

 

Kunstenaar Joop te Riele kreeg nadien ook de opdracht om dit bronzen beeld levensgroot te maken. Dat staat al sinds de jaren ’90 op het Bolwerk, een nieuwbouw hofje als zijstraat van de Weerdjesstraat.

 

 

 

 

 

bron: http://delunchclub.nl/arnhemsemeisjes/