Nel Benschop (Nelly Anna) was een Nederlands dichteres. Ze was tijdens haar leven de bestverkochte en meest geciteerde dichter van Nederland.
Ze groeide op in een streng gereformeerd gezin als het zesde kind in een gezin met zeven kinderen. Zij volgde de mulo en deed daarna de kweekschool.
Voor de Tweede Wereldoorlog gaf Benschop les aan de Abraham Kuyperschool in de rosse buurt van Den Haag. Na de bevrijding werd zij in Driebergen benoemd aan een MULO-internaat voor meisjes. In 1948 stapte zij over naar de christelijke MULO ‘Molenbeke’ in de Parkstraat in Arnhem.
In de eerste Arnhemse jaren kreeg zij een aantal teleurstellingen te verwerken. Op haar dertigste raakte ze verliefd op een getrouwde collega. De relatie beperkte zich tot een briefwisseling, maar dat was voor de echtgenote van de collega erg genoeg. Onder druk van de school werd de relatie verbroken. Een latere relatie, weer met een getrouwde man, liep op een vergelijkbare teleurstelling uit. In de mislukking zag ze de hand van God. Zij zou niet trouwen.
In 1948 begon ze gedichten te schrijven. Vanaf 1953 werden deze gepubliceerd in het krantje van de gereformeerde kerk in Arnhem. Ze debuteerde in 1967 bij uitgeverij Kok uit Kampen met de bundel Gouddraad uit vlas. De uitgeverij had de uitgave bijna niet aangedurfd, maar de bundel werd goed verkocht en zestig keer herdrukt. Van al haar dichtbundels werden in totaal drie miljoen exemplaren verkocht. Benschop schreef ook spreuken. Veel van haar werk wordt aangehaald in overlijdensadvertenties, vooral het gedicht “In memoriam voor een vriend”.
Zij werkte tot 1981 in het onderwijs.
Benschop’s verzen zijn simpel en natuurlijk van vorm. Haar werk is zeer christelijk -meer pastoraal dan literair- en werd mede om die reden door de literaire kritiek niet erg serieus genomen. Nel Benschop schreef ook spreuken. Veel van haar werk wordt aangehaald in overlijdensadvertenties, vooral het gedicht “In memoriam voor een vriend”:
…”Rust nu maar uit, jij hebt je strijd gestreden
je hebt het als een moedig man gedaan
Wie kan begrijpen, wat je hebt geleden?…
‘Natuurlijk is het geloof wel het belangrijkste thema in mijn werk’, zei ze zelf, ‘Maar het gaat in mijn gedichten toch vooral om de grote gebeurtenissen in het mensenleven. Over liefde en dood. Dat is ook het hele leven, liefde of dood…’
Van haar bundels zijn miljoenen exemplaren verkocht.
In 2005 overlijdt zij op 87-jarige leeftijd in haar woonplaats Arnhem. Zes jaar na haar dood verscheen in juni 2011 de postume dichtbundel Echte liefde kan niet sterven, waarin geheime liefdesgedichten zijn opgenomen die zij schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog, vóór haar debuut in 1967.
* Geboren in Den Haag, op 16 januari 1918,
† Overleden in Arnhem, 31 januari 2005